Stad vraagt flexibiliteit

De democratie met de gemeenteraad, het college, het ambtelijk apparaat en diverse zelforganisaties is een systeem. Het systeem dat checkt en bijstuurt moet voorbereid zijn op snelle veranderingen. De sociale en economische ontwikkelingen gaan snel.

Snelle veranderingen zijn bij de stad gaan horen. Een flexibele stad brengt meer economische groei omdat de stad beter om kan gaan met de beweeglijke en flexibele wereld. Flexibiliteit is ook nodig bij wonen en zorg. Ook dat is in een hoog tempo aan het veranderen, met de nodige kinderziektes, maar het gebeurt wel. Voor dorpen en buurten geld dat overigens net zo goed. Dat vraagt globalere bestemmingsplannen, stapsgewijze financiering die ruimte biedt voor tussentijdse verandering en goed aansluiten op kansen die de mensen ter plekke zien. Oog hebben voor nieuwe onverwachte kansen en co-creatie zien als belangrijk ontwerpmethodiek, gebruik maken van big data. De gemeente kan zo een smart village worden. Dat klinkt heel jong en fris, maar “smart” gaat net zo goed op voor de zorg op maat. Natuurlijk zijn we er nog niet, want de maatschappij verandert snel, maar we staan niet stil.

Is de stad nog wel van ons?

Dat brengt ook nieuwe vragen voor het herontwerp van de democratie. De belangrijkste is natuurlijk: Is dit systeem nog wel van ons? Is het onze stad, ons bestuur en onze overheid? Ga je mee met Uber, AirBnB en de mondiale focus van de economie?

Hoe zorg je dat alle inwoners zich thuis blijven voelen in de flexibele stad of kern? Want verandering brengt wel (op termijn) economische voorspoed, maar veel mensen voelen zich niet alleen niet prettig bij snelle veranderingen, maar zij zien vooral anderen profiteren. Simpel gezegd: profiteren de inwoners wel van de flexibiliteit of heeft de ene groep er vooral last van en incasseert een andere groep de voordelen?

Is het welbegrepen eigenbelang om mee te gaan in die flexibele economie? Is het moreel terecht en wat betekent het voor de kansen van groepen mensen die niet makkelijk meekomen in die veeleisende economie? Daarvoor is co-creatie een belangrijke voorwaarde, maar niet de enige. Want bij co-creatie loopt de groep die zal profiteren van de nieuwe ontwikkeling voorop. Dan komen de vragen op: is het simpel eigen korte termijn belang? Of is het welbegrepen eigenbelang gebaseerd op morele overtuigingen. Bij de laatste vraag kijk je wat het nastreven van jouw belang betekent voor de belangen van de ander. Dat is wat ingewikkelder dan in een korte tweet zeggen dat je het niet eens bent met de wethouder. Want de wethouder moet ook opkomen voor de belangen van de mensen die niet participeerden.