1879: politieke partijen

De grootste vernieuwing in de democratie sinds 1851 (de eerste Gemeentewet) was rond zelforganisatie: de introductie van politieke partijen. In 1879 ontstond de eerste politieke partij: de Anti Revolutionaire Partij (ARP). Het was een reactie op de grote vernieuwing van de Franse Revolutie.

Arbraham Kuyper vond dat de liberalen zich teveel richtten op de individuele vrijheid en de gemeenschap kapot maakten. Hij richtte zich op zelforganisatie van zijn gemeenschap, de gereformeerde kleine “luyden”. Zij moesten vertegenwoordigd worden, want zij kwamen in de liberale volksvertegenwoordiging niet aan bod! Maar het ging niet alleen over vertegenwoordiging in de Kamer of de gemeenteraad. Zelforganisatie was de belangrijke en doorslaggevende vernieuwing. Dat zagen we bij arbeiders en de vakbeweging, maar ook bij woningcorporaties, scholen, zorgverzekeraars en ziekenhuizen.

Zonder zelforganisatie hadden we geen algemeen kiesrecht veroverd. Tot aan de Grondwet van 1887 gold in Nederland het censuskiesrecht. Vanaf 1887 bepaalde de wet dat het kiesrecht voor de Tweede Kamer uitgeoefend zou kunnen worden door de mannelijke ingezetenen, tevens Nederlanders, die door de Kieswet te bepalen tekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand bezitten.

verder naar