Communicatie: vooral zenden

Bij de campagne voor de Tweede Kamer van 2017 was het gebruik van sociale media doorslaggevend. Je spreekt direct met de mensen die interesse hebben, mensen die niet in je geïnteresseerd zijn laat je links liggen.  

In 1915 waren er in Nederland 75.000 abonnees op het net aangesloten. Voor elke telefoonaansluiting moest een apart aderpaar naar de centrale gelegd worden. Voor interlokale gesprekken was het aantal verbindingen beperkt tot het aantal aderparen dat tussen twee centrales lag. Er werd naar een telefooncentrale gebeld, waar een telefonist(e) met de hand de verbinding tot stand bracht. (bron: Wikipedia)

Je hoefde dus niet meer op je paard springen om te gaan overleggen. Dat heeft de politiek veranderd. Maar dat is toch heel wat anders dan hoe je nu via Whatsapp, Facebook en Twitter contacten kunt onderhouden.

Ondertussen is het ook mogelijk geworden om meer te zenden. Als ZZP-er kijk ik er niet van op in een week drie brieven van de Belastingdienst te krijgen. Een kwetsbare burger die ondersteuning krijgt, ontvangt veel meer brieven.

Toen ik de correspondentie van een dementerende tante afhandelde viel mij op dat zij veel meer en veel ingewikkeldere brieven kreeg: van CAK, zorgverzekeraar, de SVB, de gemeente, de bank, allemaal duidelijk zonder enige idee in welke wereld mijn tante verkeerde.

Kijkend naar de brieven zie je dat ze vaak gericht zijn op juridische controle: zorgen dat de klant later juridisch aangepakt kan worden als er iets mis zou gaan.